Hoe speel je roulette?
Roulette is een eenvoudig spel om te spelen. De croupier (de dealer) gooit een balletje door de ronddraaiende roulette. Een roulette heeft 37 of 38 vakjes waarop het balletje terecht kan komen. Voordat het balletje drie rondjes heeft gedraaid in de roulette, plaats je fiches op de speeltafel. Dit is je inzet. Je zet in op de vakjes waarop je denkt dat het balletje terecht komt. Je kunt bijvoorbeeld inzetten op alleen de kleur, zwart of rood, of juist heel specifiek op een bepaald getal. Hoe specifieker je inzet, hoe kleiner de kans om te winnen, maar des te groter is de winstuitkering als je wél goed hebt ingezet.
Het verschil tussen een Europese en Amerikaanse roulette
Er bestaan twee verschillende soorten roulette: Europese, ook wel Franse roulette genoemd, en Amerikaanse roulette. Het verschil tussen deze twee is de indeling van de nummers van het roulette wiel. Een Amerikaans roulette wiel heeft namelijk twee vakjes met een nul (0 en 00), terwijl Europese roulette maar één vakje met een nul heeft. Hierdoor is de kans dat je winst wordt uitgekeerd iets groter bij de Europese variant en bovendien keren ze een groter percentage uit. Het is dus wel verstandig om altijd op een Europese roulette te spelen.
Waar komt roulette vandaan?
Het is niet helemaal duidelijk wie roulette heeft uitgevonden. Vermoedelijk is het roulette wiel uitgevonden door de Franse wiskundige en filosoof Blaise Pascal. Hij leefde in de 17e eeuw en probeerde iets uit te vinden wat een eeuwigdurende beweging, een perpetuum mobile, kon maken. Het apparaat wat hij heeft uitgevonden was waarschijnlijk de eerste versie van een primitief roulette wiel. Pascal is echter vooral beroemd geworden door zijn onderzoek naar druk en vacuüms en bekend van de Wet van Pascal. Wist je trouwens dat het woord roulette letterlijk ‘klein wiel’ betekent?